U bent hier:

Geen aanpassing gebruiksvoorschriften voor strokenteelt

Ctgb heeft, na grondige studie en terugkoppeling met stakeholders, waaronder Artemis, besloten dat gewasbeschermingsmiddelen die veilig zijn voor de gangbare teelt, bij goed landbouwkundig gebruik, ook veilig zijn voor de strokenteelt. In een strokenteelt liggen verschillende gewassen naast elkaar. Gewasspecifieke gebruiksvoorschriften gelden vanzelfsprekend in alle stroken waarop dat gewas geteeld wordt. Het is de verantwoordelijkheid van de boer of tuinder om voor zijn specifieke situatie na te gaan of er maatregelen nodig zijn om emissie naar de gewassen in aangrenzende stroken tegen te gaan.

Drie aandachtspunten voor de aangrenzende strook

Bij strokenteelt moet de teeltvrije zone tussen perceel en sloot (en wanneer voorgeschreven ook het zgn. off-field) óók worden aangehouden, zoals voorgeschreven in het Activiteitenbesluit milieubeheer of het wettelijk gebruiksvoorschrift. Tussen de stroken geldt dat niet op hetzelfde perceel. Onvoorziene nadelige effecten van emissie naar aangrenzende stroken zijn daardoor niet uitgesloten. Er zijn drie belangrijke aandachtspunten voor de aangrenzende strook: de maximale residulimiet (MRL), fytotoxiciteit c.q. gewasschade en natuurlijke vijanden. Ook hiervoor is het de verantwoordelijkheid van de boer en tuinder zelf om, waar nodig, passende maatregelen te nemen.

Maximale residulimiet niet overschrijden

Het wettelijk gebruiksvoorschrift borgt dat de toepassing van een gewasbeschermingsmiddel niet leidt tot MRL-overschrijdingen in het betreffende gewas. De boer of teler zal zelf maatregelen moeten nemen om MRL-overschrijdingen in gewassen in aangrenzende stroken te voorkomen, bijvoorbeeld door hiermee rekening te houden in het bouwplan en het gewasbeschermingsplan. Daarnaast kunnen aanvullende emissie reducerende maatregelen worden aangehouden zoals minimaliseren van de spuitdrift met een lagere druk en/of rijsnelheid, kantdoppen, doeken, enzovoorts.

Let op mogelijke gewasschade naburige gewassen

De boer en tuinder moet aandacht hebben voor mogelijk nadelige effecten van middelengebruik bij gewassen in aangrenzende stroken die hiervoor gevoelig zijn. Daarom wordt aangeraden altijd eerst een proefbespuiting uit te voeren om de verdraagzaamheid van naburige gewassen te testen en dit terug te koppelen met de adviseur of toeleverancier.

Natuurlijke vijanden sparen

Steeds meer wordt in de buitenteelten gebruik gemaakt van natuurlijke vijanden. Het telen in stroken kan bevorderlijk zijn voor de aanwezigheid van natuurlijke vijanden dicht bij het gewas. Het gebruik van sommige gewasbeschermingsmiddelen kan echter effect hebben op de natuurlijke vijanden in naastgelegen stroken. Het Ctgb wil boeren en tuinders hierover beter gaan informeren. Daarom komt er - als de beoordeling hier aanleiding toe geeft - op het wettelijk gebruiksvoorschrift een waarschuwingszin. Dit is al gangbaar in de zgn. geïntegreerde teelten zoals in de glastuinbouw-, fruit- en boomkwekerijgewassen. Dit wordt nu uitgebreid naar akkerbouwgewassen en vollegrondsgroenten. Uiteraard kunnen boeren en tuinders ook informatie inwinnen bij hun adviseurs en toeleveranciers. De eerder genoemde emissie reducerende maatregelen dragen uiteraard ook bij aan de bescherming van natuurlijke vijanden in aangrenzende stroken.

Ctgb biedt hiermee ruimte om praktijkervaring op te doen met dit nieuwe teeltsysteem. Vanuit Artemis zijn wij verheugd met dit besluit van het Ctgb. Wanneer strokenteelt meer gangbaar wordt, zal het Ctgb de aanpak evalueren en waar nodig herzien.

Aanvullende vragen / contact

Wij verzoeken u deze informatie alleen intern te delen. Heeft u aanvullende vragen en/of opmerkingen dan kunt u contact opnemen met Helma Verberkt  (directeur Artemis).